Geschiedenis van Valletta

Geschiedenis van een barokstad

Valletta is vernoemd naar haar stichter Jean Parisot de la Valette, een gerespecteerde Grootmeester van de Orde van Sint Jan. Maar de stad heeft haar geboorte eigenlijk te danken aan diens aartsvijand, de Ottomaanse heerser Süleyman de Grote.

Toen de ridders in 1530 op Malta aankwamen, vestigden zij zich in het dorpje Birgu (Vittoriosa) dat door het Sint Angelo-fort werd beschermd. Ze slaagden erin om de oude Sint Elmo-uitkijktoren op het tegenoverliggende schiereiland Sceberras te verhogen, maar hun verdedigingswerken bleven zwak. Het strategische belang van Mount Sceberras werd overduidelijk tijdens het Grote Beleg (in 1565).

De bouw van Valletta was al gepland vóór het beleg, maar de plannen konden pas worden uitgevoerd toen de dankbare christenen de ridders rijkelijk beloonden voor hun overwinning op Süleyman. Paus Pius V en koning Filips II van Spanje verleenden financiële steun en stuurden een uitstekende militaire ingenieur, de Italiaan Francesco Laparelli, naar Malta.

Grand Master Jean de la ValletteDe schitterende vestingstad is gelegen op de kale rotsen van het Mount Sceberras-schiereiland die hoog oprijzen boven twee diepe havens, Marsamxett en Grand Harbour. In 1566 werd begonnen met de bouw van Valletta en binnen de verbluffend korte tijd van 15 jaar was de stad met haar indrukwekkende bastions, forten en de kathedraal voltooid.

 

Een moderne stad

Laparelli kreeg een unieke mogelijkheid om de perfecte stad te creëren. Valletta mag er dan misschien niet uitzien als een moderne stad, maar het is een van de eerste voorbeelden van stadsplanning die gebaseerd is op een rasterpatroon van straten.

In de stad vonden mensen van alle rangen en standen hun plek, van de ridders en hun knechten tot de handelslieden. Laparelli’s ontwerp voorzag in de aanvoer van drinkwater, en ook liet hij rioleringen aanleggen; twee geavanceerde concepten in die tijd. Dankzij het rasterpatroon van straten kon verse lucht vanuit de twee havens gemakkelijk in de smalle straten circuleren – een soort stedelijke airconditioning.

Valletta is een mooi voorbeeld van een geplande zestiende-eeuwse stad: ongebruikelijk voor die tijd, aangezien de stadscentra meestal voortkwamen uit eerdere nederzettingen. De rotsachtige Mount Sceberras waarop de stad is gebouwd, was geen gemakkelijke locatie: de grond moest flink worden geëgaliseerd voordat met de bouw kon worden begonnen. La Valette stierf in 1568, voordat de stad voltooid was. In 1571 was de bouw van de stad al zover gevorderd dat de ridders Birgu voor Valletta konden verruilen.

Laparelli ging in 1570 weg uit Malta, maar zijn werk werd voortgezet door de Maltese architect Gerolamo Cassar. Cassar was verantwoordelijk voor de belangrijkste vroege bouwwerken zoals de Sint Janskathedraal, de Sacra Infermeria, de Auberges (of woonverblijven) van de ridders en het Grootmeesterpaleis.

Begin zeventiende eeuw was Valletta al een behoorlijk grote stad. Mensen van de andere eilanden kwamen erheen om binnen de veilige vestingmuren te gaan wonen.

Valletta veroverde al snel een centrale plaats in het leven van de ridderorde en de eilanden. De Drie Steden aan de andere kant van de haven waar de ridders aanvankelijk huisden, behielden dankzij hun aanlegplaatsen hun economische belang. Mdina, de oude middeleeuwse hoofdstad, verloor haar invloed volledig en werd een onbeduidende plaats. Wel bleef het de thuisbasis van de Maltese adel, nazaten van de Siciliaanse en Spaanse heersers.

Malta heeft het tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar te verduren gehad. Valletta werd tijdens bombardementen flink beschadigd, maar de stad wist de oorlog te doorstaan en veel van de architectuurschatten zoals de Sint Janskathedraal, het meesterwerk van de ridders, zijn intact gebleven.

Tegenwoordig heeft Valletta een kleinere bevolking dan voor de oorlog, maar het is een levendige stad en naast overheidszetel is Valletta ook het belangrijkste zakencentrum van de eilanden.